Google Website Translator Gadget

zondag 20 maart 2011

Fibromyalgie of ernstig vitamine D-tekort?

Onverklaarde bot- en spierpijn


Fibromyalgie of gewoon een vitamine D-gebrek in de winter?


In Nederland zijn er veel patiënten die elke dag een niet te verklaren bot- en spierpijn hebben. Vaak wordt de diagnose fibromyalgie of chronische vermoeidheid gesteld. Maar er zou, vooral in de wintermaanden, sprake kunnen zijn van symptomen van een gewone gebreksziekte: van vitamine D. Immers, vitamine D wordt in de huid aangemaakt bij voldoende zonlicht. In de winter is de zon te zwak om van enige betekenis te zijn voor de vitamine D-aanmaak.

Een schatting van het aantal gevallen fibromyalgie in Nederland is moeilijk te geven. De Blécourt stelt in haar proefschrift dat een vergelijking tussen de verschillende studies erg moeilijk is, aangezien de studieopzet telkens anders is. De studies die zij in ogenschouw heeft genomen wijzen op fibromyalgie bij 0,7% - 11,2% van de bevolking. Het aantal gevallen met onverklaarde bot- en spierpijn is waarschijnlijk vele malen groter. Maar er is mogelijk ook een rol weggelegd voor vitamine D in deze problematiek.

Fibromyalgie

De hoofdkenmerken van fibromyalgie zijn pijn, vermoeidheid en slaapstoornissen. De pijn wordt vaak ervaren als – naast de pijn zelf - stijfheid en moeheid in de spieren rond de gewrichten. Soms is moeheid het meest in het oog springende symptoom. Gebrek aan energie, spiermoeheid en verlies van uithoudingsvermogen zijn typische karakteristieken. De fibromyalgiepatiënt heeft vaak problemen met traplopen en het doen van eenvoudige huishoudelijke karweitjes. Daarnaast worden soms buikpijn en darmstoornissen gesignaleerd. Deze worden gediagnosticeerd als geïrriteerd darmsyndroom (IBS; irritable bowel syndrome).

De symptomen van het chronisch vermoeidheidssyndroom (ME) lijken erg op die van fibromyalgie. Het verschil zit hem vooral in het feit dat de ME-patiënten vaak een virale besmetting lijken te hebben gehad al ver voordat de symptomen zich voordeden. Bij hen is de pijn ook minder uitgesproken en ligt de nadruk vooral op de vermoeidheid.

Vitamine D-gebrek: osteomalacie

Osteomalacie is de klassieke vitamine D-gebreksziekte. Bij kinderen wordt deze Engelse ziekte of rachitis genoemd. De typische kenmerken zijn sluipende pijnen en pijnen, beginnend in het lumbale ruggenmerg (= lende, het lage deel van de wervelkolom; red. DNUA) en dijen en later zich uitspreidend naar armen en ribben. Het is een symmetrische, niet-uitstralende pijn en gaat gepaard met gevoeligheid van de botten. De spieren in bovenbenen en bovenarmen zijn zwak en de persoon in kwestie heeft moeite met trappen lopen en het opstaan vanuit de hurkpositie.

In 2003 verscheen een artikel in de Proceedings of the Mayo Clinic waaruit bleek dat een tekort aan vitamine D een belangrijke oorzaak was van onverklaarde spier- en botpijn. De studie vond plaats in de Amerikaanse staat Minnesota. Deze staat ligt op ongeveer dezelfde breedtegraad als het Italiaanse Turijn. Ongetwijfeld is het daar in de winter kouder, maar in de zomer is er voor de mensen genoeg zon om aan voldoende vitamine D te komen.

Uit deze studie onder 150 kinderen en volwassenen met onverklaarde spier- en botpijnen bleek dat bijna alle proefpersonen (93%) een tekort aan vitamine D hadden. Alle donkergekleurde deelnemers hadden een tekort. Bij 28% was er sprake van een ernstig tekort. Deze ernstige deficiënties werden vooral gevonden onder de jongere personen. De onderzoeker dr. Gregory Plotnikoff stelt dat de patiënten met onverklaarde pijn altijd moeten worden onderzocht op een vitamine D-tekort en dan hiervoor adequaat moeten worden behandeld door ze voldoende vitamine D te geven.

De vitamine D-deskundige dr. Michael Holick noemt in zijn boek 'The UV advantage' een eenvoudig testje dat in de richting wijst van een vitamine D-tekort. Druk met de wijsvinger op het borstbeen. Als de persoon ineenkrimpt van de pijn, dan duidt dat op osteomalacie.


Darmstoornissen

Darmstoornissen zijn tamelijk aspecifiek en het is niet altijd even gemakkelijk om de oorzaak ervan vast te stellen. Ze worden wel gesignaleerd bij fibromyalgie én kunnen een gebrek aan vitamine D tot gevolg hebben vanwege een verstoring van de absorptie (= opname; red. DNUA). Een gebrek aan de vitamine kan op zijn beurt weer bijdragen aan darmstoornissen.

Het type darmziekte dat bij fibromyalgie wordt waargenomen wordt meestal gediagnosticeerd als IBS (Irritable Bowel Syndrome). De symptomen lijken evenwel veel op de ernstiger darmziekte IBD (Inflammatory Bowel Disease) met de belangrijkste vertegenwoordigers colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn. De eerste is vaak een voorstadium van de tweede.

Van IBD is bekend dat door een verminderde absorptie van voedingsstoffen er een vitamine D-gebrek kan optreden. Dit werkt weer in de hand dat spier- en botpijnen kunnen optreden als gevolg van een tekort aan deze vitamine. Bovendien kan vitamine D mogelijk helpen bij de vermindering van de symptomen van IBD, want door een tekort neemt de kans op een verdere ontwikkeling van IBD toe. Dat bleek uit een studie met muizen. Dieren met een vitamine D-tekort kregen ernstige diarree met de dood als gevolg. Wanneer ze extra vitamine D kregen, werd de voortgang van IBD gestopt en verdwenen langzamerhand de symptomen.

Meting van vitamine D-status

Het aantal mensen dat in een land als Nederland een vitamine D-tekort heeft moet niet worden onderschat. In Engeland, met een vergelijkbaar klimaat als in Nederland, liet onderzoek zien dat een kwart van de volwassenen in de winter een tekort aan vitamine D heeft.

Wanneer een patiënt onverklaarde bot- en/of spierpijn heeft of symptomen die lijken op fibromyalgie, dan is het niet uitgesloten dat een tekort aan vitamine D in het spel is. Vooral als zonlicht of een zonnebank verlichting brengt of de symptomen juist in de winter erger zijn dan in de zomer, kan een osteomalacie vermoed worden. Een bepaling van de vitamine D-metaboliet 25-hydroxyvitamine D (25(OH)D) in serum kan in elk ziekenhuislaboratorium worden uitgevoerd en geeft een goede indicatie van de vitamine D-status.

Volgens de vitamine D-deskundige dr. Reinhold Vieth moeten de waarden boven de 75 nmol/l liggen. Dit is de concentratie die aan de bovenkant ligt van de 'normale' referentiewaarden bij personen in gematigde klimaatzones zoals Nederland. Aan ouderen wordt door hem inmiddels aangeraden serumwaarden voor 25(OH)D na te streven hoger dan 75 nmol/l, overeenkomend met een inname van 3000 IE vitamine D per dag. Bij waarden onder 25 nmol/l kan er gesproken worden van een uitgesproken tekort aan vitamine D.

Waarden boven 75 nmol/l kunnen in Nederland in de winter bij lange na niet gehaald worden met de 200 IE die het Voedingscentrum als ADH propageert. In tegenstelling tot wat lang is gedacht, hoeft men voor toxische verschijnselen van vitamine D niet bang te zijn. In de wetenschappelijke literatuur wordt een indicatie gegeven voor de toxiciteit van vitamine D bij serumwaarden voor 25(OH)D van boven 500 nmol/l, overeenkomend met een dagelijkse inname van 20.000 IE per dag.

20.000 IE door de zon

In de zomer kan het lichaam een voorraad vitamine D opbouwen, die van nut kan zijn in perioden wanneer het minder mooi weer is. Zonneschijn is de beste manier om het lichaam te voorzien van voldoende vitamine D door de aanmaak van de vitamine in de huid onder invloed van zonlicht. Wanneer iemand op een zonnige junidag ongeveer dertig minuten in zijn zwempak op het strand verblijft, dan wordt al 20.000 IE vitamine D aangemaakt. Een vitamine D-vergiftiging als gevolg van deze aanmaak in de huid is niet aan de orde, omdat een teveel vitamine D ook direct weer door de zon wordt vernietigd; het is dus een zelfregulerend mechanisme. Daarom is blootstelling van gezicht, armen en benen vaak al voldoende.

Hoe voldoende vitamine D te krijgen?

De problematiek rond een tekort aan vitamine D gaat meer en meer spelen naarmate de winter vordert. De eerder genoemde dr. Michael Holick stelt dat zonder supervisie van een arts gerust 2.000 IE vitamine D per dag genomen kan worden. Hiermee geeft hij aan dat het nogal meevalt met de opvatting dat vitamine D erg giftig is. Hij is van mening dat voor de meeste mensen een adequate inname minstens 1.000 IE is. Dikke mensen hebben meer vitamine D nodig, omdat zij in het onderhuidse vetweefsel relatief grote hoeveelheden opslaan die moeilijk vrijkomen.

De geëigende bronnen van vitamine D zijn vis en zuivelproducten. Zuivelproducten zijn niet toereikend om elke dag 1.000 IE vitamine D binnen te krijgen. Een glas melk levert ongeveer 100 IE vitamine D. Vis is wat dat betreft een betere bron. Honderd gram zalm levert ongeveer 450 IE en een even grote hoeveelheid haring 800 IE. Sardines uit blik (100 gram) geven 260 IE. De beste bron zou levertraan zijn, ware het niet dat dan een wel erg grote hoeveelheid vitamine A gelijktijdig wordt ingenomen. Eén eetlepel levert ongeveer 14.000 IE vitamine A en 1.400 IE vitamine D. Dat betekent dat voor een adequate vitamine D-voorziening de Nederlander is aangewezen op een voedingssupplement met alleen vitamine D.

Zelfs in Saoedi-Arabië rugpijn die met vitamine D-suppletie verbetert

Inwoners van Saoedi-Arabië met chronische pijn in de onderrug hebben vaak een vitamine D-tekort. Onderzoek toont aan dat suppletie met deze vitamine de pijn gemakkelijk kan verhelpen.

Aan het onderzoek deden 360 patiënten mee, waarvan 90 procent vrouwen, die al gedurende minimaal zes maanden pijn in hun onderrug hadden zonder dat dit een aanwijsbare reden had. De leeftijd van de patiënten varieerde van 15 tot 52 jaar. Met behulp van bloedspiegelbepalingen werd vastgesteld of er sprake was van een vitamine D-tekort.

Aan het begin van het onderzoek had 83 procent van de patiënten een groot tekort aan vitamine D. Na suppletie met vitamine D waren de symptomen van de patiënten met een vitamine D-tekort verbeterd. Van de totale groep had maar liefst 95 procent minder pijn na de suppletie.

In de gebieden waar een vitamine D-tekort vaak voorkomt, levert dit een grote bijdrage aan de bestrijding van chronische pijn in de onderrug. Vitamine D-suppletie is hiervoor een gemakkelijke oplossing.

Gert E. Schuitemaker

www.ortho.nl

Zie ook: www.nieuwlichtopvitamined.nl

Evidence based medicine

Onderzoeken en ook behandelingen zijn nog gebaseerd op beperkt natuurwetenschappelijk denken van oorzaak en gevolg. De herhaalbaarheid ervan in het laboratorium en de eis dat de uitkomst steeds weer hetzelfde moet zijn, gelden als belangrijke voorwaarden. De mens evenwel, is nu eenmaal geen laboratorium en daarmee ook niet te vergelijken. Bovendien zijn er, zoals bekend, buiten het laboratorium fenomenen die binnen het laboratorium niet kunnen worden nagebootst en/of verklaard.

Het begint al bij het ontstaan van de mens. Eicel en zaadcel smelten samen en de nieuwe cel deelt zich vervolgens herhaaldelijk. Op grond daarvan zou je kunnen menen, dat er uiteindelijk een groot aantal van dezelfde cellen ontstaat. Niets is minder waar! Op een bepaald moment gaan de cellen zich namelijk van elkaar onderscheiden en zien we spier-, bot-, bloedcellen, enzovoort, zich als vanzelf ontwikkelen. Dat elke cel de volledige genetische informatie van de persoon in wording in zich kan dragen valt nog te bevatten en is inmiddels ook bekend. Waarom echter op een zeker ogenblik cellen een bepaalde richting op gaan en zich specialiseren is nog steeds een vraag die niet beantwoord is.

Met elkaar weten we inmiddels wel veel, maar het lijkt erop dat we veel meer níet weten. Soms wíllen we het ook niet weten. Kennis wordt dan stelselmatig genegeerd of ontkend omdat het de vrucht is van empirie (ervaring) en niet van laboratoriumonderzoek of omdat het economisch belang zich ertegen verzet.


Bron: http://www.natuurlijk-welzijn.org/